De 'Walking Scale' voor teams
Op de theateravond rond ‘de 10 principes van agile-lean teamcoaching’ -op 9 oktober 2018 in ‘De Flint’ in Amersfoort- kwam er een mooie vraag uit het publiek. Namelijk: wat is de meest krachtige werkvorm die jullie inzetten in teams?
Het correcte antwoord zou natuurlijk zijn: dat hangt van het team af en wat dat team nodig heeft om een volgende stap te zetten…
Toch kwam er ook meteen een favoriete werkvorm bij ons boven. Namelijk de ‘Walking Scale’, juist omdat dit een werkvorm is die heel flexibel (je zou kunnen zeggen agile) is in te zetten in heel verschillende situaties en contexten.
De walking scale is onderdeel van de oplossingsgerichte aanpak, in Nederland ook wel bekend als ‘progressiegericht werken’, met psycholoog Coert Visser als belangrijke vertegenwoordiger en auteur.
In individuele coaching heeft men het ook wel over ‘schaalvragen’. De coachee wordt gevraagd zich een schaal van 0 tot 10 voor te stellen, waarbij 10 staat voor de ideale, gewenste situatie en de 0 voor de situatie waarin nog niets is bereikt. Vervolgens wordt de coachee gevraagd aan te geven waar hij of zij voor zijn gevoel nu staat.
Typerend voor de benadering is vervolgens dat niet de focus wordt gelegd op het verschil tussen de huidige en de gewenste situatie zoals veel mensen geneigd zijn om te doen. Nee, de focus wordt gelegd op het verschil tussen 0 en de huidige situatie. Blijkbaar is er al wat bereikt! Wat heeft daarbij geholpen? En hoe kun je dat inzetten om nog een stapje verder te komen?
Bij de toepassing in een team is het prachtig om mensen zich fysiek te laten opstellen op een lijn van 0 tot 10. Met bijvoorbeeld als vraag: waar vind jij dat jullie als team staan als het gaat om het zijn van een swingend, goed presterend en optimaal samenwerkend (al of niet zelforganiserend team). Het grappige van zo’n vraag is dat mensen om verschillende redenen laag of hoog op de schaal kunnen gaan staan. Misschien staat iemand wel laag omdat hij of zij ziet dat er nog heel veel meer potentie is in het team dan nu wordt benut.
Maar ook bij een team leg je de focus op wat er al wél is en hoe ze daarop voort kunnen bouwen: “Wat is de eerstvolgende betekenisvolle stap die je nu kunt zetten?” Daarbij probeer je te stimuleren dat teamleden vooral met elkaar in gesprek gaan, in plaats van één voor één de vragen van jou als begeleider te beantwoorden. Om helder tot een antwoord te komen is het wel belangrijk dat de meetlat helder is. Wat zou voor het team de ideale situatie zijn (Wanneer zou je op de 10 gaan staan, kan je die situatie eens beschrijven?)
Mooi is ook om teamleden te vragen of ze in een ander team al eens hoger hebben gestaan (de vraag naar ‘eerder succes’). Waar dat het geval is, is de vervolgvraag: wat was jouw bijdrage daarin en hoe zou je die kunnen inbrengen in dit team?
Het resultaat van de walking scale is dat het team zelf formuleert wat hun ambities zijn, wat de eerstvolgende stap is en wat ieders bijdrage daaraan kan zijn.
Geintereseerd in meer leuke werkvormen? Zie het boek: de 75 werkvormen voor agile-lean teamcoaching